Vraag een Italiaan wie de beste Italiaanse voetballer ooit is en de kans is groot dat je de naam ‘Roberto Baggio’ hoort. Baggio’s carrière verloopt niet zonder slag of stoot. Trainers die zich gedragen als primadonna’s, zware blessures en een gemiste penalty teisteren zijn carrière. Maar, de meeste reuring ontstaat wanneer Baggio een gevoelige transfer maakt, met vijftig gewonden als gevolg.
Vicenza
Baggio begint zijn profcarrière bij Vicenza, een niet al te bekende Italiaanse laagvlieger. De aanvallende middenvelder valt al snel op. Niet alleen door zijn doelpunten en assists, maar des te meer door zijn paardenstaart. Zijn atypische kapsel levert hem de bijnaam ‘Il Divino Codino’ op, wat ‘De Goddelijke Paardenstaart’ betekent.
Ook de Italiaanse grootmachten zijn van hem gecharmeerd en Fiorentina en Juventus vechten om hem op de transfermarkt. Uiteindelijk trekt de club uit Florence aan het langste eind en koopt Baggio voor €1,4 miljoen.
Blessures
Hij speelt zijn laatste wedstrijd voor Vicenza tegen Rimini op 5 mei 1985. De achttienjarige Baggio probeert een zijwaartse tackle en raakt zwaar geblesseerd aan zijn rechter knie. Hij scheurt zijn voorste kruisband en meniscus af. Het meest begeerde talent van Italië krijgt van de artsen te horen dat de kans groot is dat hij nooit meer zal voetballen. En dat slechts twee dagen voor zijn transfer naar Fiorentina.
Fiorentina blijkt trouw te zijn en zet toch de transfer door. La Viola betaalt de kostbare operatie aan zijn knie en zet alles op alles om Baggio fit te krijgen. Hij mist bijna het hele seizoen en maakt pas zijn debuut in de halve finale van de Coppa Italia tegen Sampdoria.
In het volgende seizoen, op 21 september 1986, maakt hij zijn Serie A-debuut. Een week later raakt Baggio weer geblesseerd aan diezelfde knie. Hij ondergaat opnieuw een operatie waarvoor maar liefst 220 hechtingen nodig zijn. Hij valt twaalf kilo af en komt het grootste deel van het seizoen niet meer in actie. Hij maakt zijn rentree tegen het Napoli van Maradona. Baggio scoort een vrije trap waardoor de wedstrijd in 1-1 eindigt en Fiorentina zich weet te handhaven in de Serie A.
Rivaliteit
Hierna begint het eindelijk te lopen bij Fiorentina. In de volgende seizoenen rijgt hij de doelpunten en assists aaneen. Hij wordt zelfs tweede, achter Marco van Basten, op de topscorerslijst met maar twee doelpunten minder dan San Marco. In het seizoen ’89-’90 vecht Fiorentina weer tegen degradatie, maar staat de club wel in de finale van de UEFA Cup tegen rivaal Juventus.
De Bianconieri en Fiorentina hebben een bijzondere rivaliteit. Eigenlijk hebben de clubs niks met elkaar te maken. Rivaliteit ontstaat vaak door geografie (Inter — AC Milan), politiek (Barcelona — Real Madrid) of competitie (Liverpool — Manchester United). De rivaliteit tussen Fiorentina en Juventus is een opeenstapeling van haat, vooral vanuit Fiorentina richting Juventus. Juventus is een beetje het Ajax van Italië en heeft fans door heel het land. De fans die hun lokale club steunen zien Juve-fans als verraders.
De rivaliteit krijgt echt vorm na het zenuwslopende seizoen van ’81-’82, waarin Juventus op de laatste speeldag kampioen wordt ten koste van Fiorentina. Volgens veel Florentijnen is het kampioenschap gestolen en het mantra ‘Liever tweede dan een dief’ zingt door de Toscaanse hoofdstad. Maar, ook buiten het veld botsen de clubs regelmatig, met name op de transfermarkt. Denk bijvoorbeeld aan de transfers van Chiesa en Vlahović, die hun paarse shirt omruilden voor een zwart-wit shirt.
De transfer
Terug naar Baggio. ‘Il Divino Codino’ heeft het enorm naar zijn zin in Florence. Door de steun tijdens zijn blessures is hij trouw aan Fiorentina en wil hij daar graag blijven voetballen. De clubleiding denkt daar alleen anders over. Eigenaar Flavio Pontello maakt een deal met een andere, veel beruchtere clubeigenaar: Gianni Agnelli van Juventus. Baggio wordt voor €12,9 miljoen verkocht aan de Oude Dame en Florence ontploft.
Er breken rellen uit in de stad waarbij vijftig mensen gewond raken. Een menigte probeert het kantoor van Fiorentina binnen te stormen om Pontello te confronteren. Baggio maakt al heel snel duidelijk dat hij er alles aan gedaan heeft om te blijven, maar dat hij moest van de eigenaar. La Gazzetta dello Sport kopt: ‘Alla Juve per forza, non per amore’ (Naar Juve uit kracht, niet uit liefde).
Dit alles gebeurt vlak voor het WK van 1990. De Azzurri gaan op trainingskamp in Coverciano, vlakbij Florence. Op de eerste dag verzamelt zich een menigte van tweeduizend Fiorentina supporters om Baggio te confronteren. Baggio wordt, samen met vier Fiorentina-spelers, door de trainer eerder naar de kleedkamer gestuurd. Maar, daarmee is de storm niet gaan liggen. De volgende dag is de menigte uitgegroeid tot vijfduizend supporters. De Italiaanse bond neemt het zeldzame besluit om voortaan achter gesloten deuren te trainen.
De terugkeer
Op 7 april 1991 keert Baggio voor het eerst terug in Florence. Naast de zon hangt de spanning in de lucht rond het Artemio Franchi Stadion. Fiorentina speelt thuis tegen Baggio’s Juventus. Bij de opkomst van de spelers richten alle fans en fotografen zich op Baggio. De Curva Fiesole verwelkomt de ‘verrader’ met een choreografie van de skyline van Florence, terwijl het clublied Inno Fiorentina door het stadion galmt. Baggio begroet wat oud teamgenoten, bekijkt de saluutschoten en let vooral niet op de protesten.