Op 15 juni 1964 wordt in Frederiksberg de beste Deense voetballer aller tijden geboren: Michael Laudrup. De aanvallende middenvelder groeit uit tot een wereldster en wint onder andere vijf keer op rij LaLiga. Laudrup speelt bij veel verschillende clubs, maar eindigt zijn carrière bij Ajax. Laat nou net die transfer een vervelend staartje krijgen.
Carriére
Michael Laudrup begon bij Brøndby, vertrok in 1983 naar Italië waar hij eerst voor Lazio speelde (1983-1985) en daarna voor Juventus (1985-1989). Bij Juve won hij de Scudetto en wereldbeker. Na het WK ’86 groeide zijn status, maar door blessures vertrok hij naar Barcelona. Onder Cruijff werd hij met het ‘Dreamteam’ vier keer landskampioen, waarna hij in 1994 naar rivaal Real Madrid ging en direct zijn vijfde titel op rij pakte.
Het tweede seizoen bij ‘de Koninklijke’ verloopt minder succesvol en hij besluit te verkassen naar Japan om bij Vissel Kobe te voetballen. Maar, de Japanners komen al snel in financieel zwaar weer en kunnen het salaris van Laudrup ($1,2 miljoen) niet meer betalen. Na het ontbinden van zijn contract komt Laudrup met de club overeen dat hij transfervrij mag vertrekken.
Ajax
De Deense coach Marten Olsen besluit in de zomer van 1997 om Laudrup naar Ajax te halen. Met de Amsterdamse club wint Laudrup zowel de Eredivisie als de KNVB Beker in één seizoen. Op zich niet heel wonderlijk, maar voor alle Ajacieden klinkt dat nu als tovenarij. In 1998 neemt Laudrup afscheid van het professioneel voetbal, zijn laatste seizoen bij Ajax was een succes, toch?
Eerst wel, maar drie jaar later valt de FIOD binnen op de kantoren van Ajax en NAC Breda, en de woning van Michael Laudrup. De FIOD doet onderzoek naar malafide transfers van de gebroeders Arveladze (Shota bij Ajax, Archil bij NAC) én Michael Laudrup. Vanaf hier wordt het wat ingewikkelder.