Als ik tegen mijn vader begin over Lothar Matthäus komt er vuur uit zijn ogen en gaan zijn nekharen overeind staan. ‘Der Lothar’ is de personificatie van de haat tegen onze oosterburen. Als klein Lothartje groeit hij op in Erlangen, een klein Duits stadje vlak naast Herzogenaurach – bekend om de eeuwige strijd tussen Adidas en Puma. In de jeugd voetbalt hij bij FC Herzogenaurach. Later speelt hij voor Borussia Mönchengladbach, Bayern München, Internazionale en NY MetroStars.
Als er iets is dat het Nederlandse voetbal in de 20e eeuw kenmerkt, dan is het wel de haat tegen Duitsland. Toen we in 1988 in de halve finale wonnen van West-Duitsland zagen veel Nederlanders dat als de echte finale. Of we daarna nog van de Sovjet-Unie de finale zouden winnen maakte niet zo veel uit, we hadden de Duitsers verslagen. Waar komt die haat nou vandaan?
Ten eerste de Tweede Wereldoorlog. De rol die de Duitsers daarin speelde hoef ik jullie denk ik niet meer uit te leggen. Maar, ook op het voetbalveld doen de Duitsers er werkelijk alles aan om gehaat te worden. In 1974 verliest Nederland, door een schwalbe (niet voor niets een Duits woord) de WK-finale van West-Duitsland. Als het nationale trauma bijna vergeven is, verschijnt er een nieuwe Opper-Duitser op het voetbaltoneel: Lothar ‘de Mattennaaier’ Matthäus.